Op deze pagina enkele voorbeelden van droge, hard schietende bogen, die in korte tijd zijn gemaakt van vers hout.
Vaak wordt aangenomen dat bogenhout lang moet drogen. Maar eigenlijk is het tegendeel waar. Door vers hout direct en snel te drogen, droogt het beter. En dit snelle drogen kan bij alle houtsoorten, mits je de nodige voorzorgen neemt. In het kort:
– Hoe dunner het hout, hoe minder kans op droogscheuren.
– Hoe zwaarder (en dichter) het hout, hoe meer kans op scheuren, dus wat meer tijd nemen.
– Hoe warmer en droger de ruimte, hoe sneller het drogen gaat.
– Volg het proces actief.
– Sommige soorten zijn extra gevoelig voor droogscheuren, zoals taxus. Hier het proces op aanpassen.
– Per soort kan gevoeligheid in spint- en kernhout verschillen.
Het eerste voorbeeld is van Taxus. Inlands taxus is niet uitzonderlijk zwaar of dicht, maar toch redelijk gevoelig voor droogscheuren, met name het kernhout, dus ik heb het rustig aan gedaan. Links boven zie je een foto van het zagen van verse boogstaven op 03 januari en rechts van het inschieten op 3 maart. Een proces van taxusboom tot taxusboog in 2 maanden.
Hieronder het hele proces in volgorde:
3 Januari. In lengte doorzagen van de verse stammen en takken. Selecteren van een proefstaaf. Deze blijft nog even buiten liggen tot ik weer tijd heb.
7 januari. Schillen van de verse staaf, een ruwe boogvorm maken en deze daarna meteen bij de kachel leggen, zo dichtbij als ik durf. Nu steeds goed in de gaten houden of er droogscheuren ontstaan.
Geen droogscheuren? Dan wat dichterbij de kachel leggen.
Toch wel? Dan wat verder weg.
De spintlaag is nog niet dunner gemaakt, dit gaat straks mooier als het hout droger is. De buik (kernhout) is voor de zekerheid geseald (in dit geval met houtlijm) omdat het snel scheurt. Nu wordt snel vochtverlies afgeremd en het risico op scheuren verminderd.
19-21 Januari. Door steeds te wegen kunnen we zien of het hout vocht verliest en dus droogt. Het gewicht in grammen is op de staaf genoteerd. In het begin gaat dit snel, tussen 07 en 18 januari is het gewicht met 30% afgenomen en er zijn nagenoeg geen droogscheuren ontstaan.
Ik denk dat het tijd is om de spintlaag dunner te maken. Als het hout al redelijk droog is kun je met een trekmes 1 groeiring goed volgen.
Ook breng ik nu de definitieve vorm aan en vlak de buik af totdat de boog lichtjes gefloortillerd kan worden. Daarna is de buik weer geseald, in dit geval met lak (net wat er voorhanden is).
Aan de blaasjes in de lak zie je dat er nog wel iets probeert uit het hout te ontsnappen!
Al met al is er weer behoorlijk materiaal weggenomen zodat het drogen versneld kan worden. De boogstaaf gaat weer op de kachel, nu vlak er op!
27 Januari. Verwijderen van de lak om ook de buik goed droog te krijgen, boog weer op de kachel. Er ontstaan kleine haarscheurtjes, dus nu even rustig aan en extra goed opletten.
1 t/m 4 Februari. Vochtverlies ging al heel langzaam en is nu twee dagen constant. Droger gaat het niet worden boven de kachel. Tijd om te tilleren, maar eerst ga ik enige vormcorrecties aanbrengen.
– Door te stomen wordt zijdelings kromtrekken gecorrigeerd (2x). Haarscheurtjes zijn nu verdwenen.
– Door hitte wordt een meer egale vorm en lichte reflex aangebracht. Hierdoor ontstaan wel droogscheurtjes.
27 Februari. Door andere werkzaamheden heb ik een maand niets aan het project kunnen doen. Maar nu aan het tilleren begonnen.
02 Maart. Tweede hitte behandeling gegeven.
03 Maart. Nokken maken en inschieten.
05 Maart. Lakken en fotoshoot.
Resultaat:
– Een goed schietende boog die na het afspannen mooi terugkomt.
– Tijdens de hittebehandelingen zijn er droogscheuren ontstaan. Maar of het versneld drogen hierop van invloed was? Bij een hittebehandeling van een langzaam gedroogde staaf taxus met veel noesten, zoals deze, is dat geen uitzondering.
– De productieperiode had een aantal weken korter kunnen zijn als ik er continue aan had kunnen werken.
Als tweede voorbeeld een ‘primtieve’ boog die in een paar dagen is gemaakt van een verse stam.
Mijn eerste poging (zie onder) was niet echt een succes, maar gaf hoop. Dus tijdens een voorjaarsvakantie in Denemarken een tweede poging gewaagd. Maar omdat het vakantie was wel een beetje rustig aan gedaan: zondag hout rooien; woensdag schieten. Een stuk langzamer dan Diederik (zie onder), maar veeeeeeel sneller dan gewoonlijk.
Resultaat: binnen 4 dagen een volwaardige 40 ponds boog uit een vers stammetje.
Zondag. Eerst natuurlijk uitslapen, zwemmen, uitgebreid ontbijten en koffie met gebak. Tegen de middag is het tijd om de omgeving te verkennen. Voor de zekerheid een kapmes meegenomen, je weet maar nooit. In de omgeving staat veel jong spul en een redelijk rechte stam lacht me wel toe, alhoewel ik de soort niet herken. Op het dikste punt is ze ongeveer 8 cm in doorsnede, dus niet te dik, dat werkt gemakkelijk. Doordat er een aantal stammmetjes vlak naast elkaar groeien is een zijde nagenoeg vrij van zijtakken. Klein foutje: op de terugweg, met de stam over het schouder, kom ik een bordje tegen met de tekst “Statsreservat”. Nu is mijn Deens niet zo goed maar heb wel in de gaten dat dit niet de bedoeling is. Echter, terugleggen heeft ook geen zin, dus vooruit maar. Volgende keer beter opletten!
De houtsoort bleek lijsterbes te zijn, waarvoor dank Ruud en Annemieke!
‘s Middags aan het kappen, het is al bijna werk in plaats van vakantie! De stam bleek behoorlijk te torderen, maar als je hem niet klooft is hij best bruikbaar. Met de hiep (of bijl) kun je de grove vorm uithakken. Scherp gereedschap en een soepele kaptechniek ten zeerste aanbevolen, anders voel je ‘s avonds je arm wel! Tijdens het hakken kun je de bast laten zitten. Zo zie je steeds goed wat de rug is en deze wordt meteen beschermd. Het gereedschap was voor mij wel even wennen, vooral bij de nokken. Als je werkstuk dunner wordt hak je daar snel te veel weg. In de uiteindellijke boog zijn de sporen van de hiep hier nog zichtbaar. Het model lijkt wel op de prehistorische bogen zoals ze o.a. in Denemarken en Nederland zijn gevonden. Circa manshoog (181 cm tussen nokken), 5 cm breed en qua vorm een mengsel tussen een recht- en piramidemodel. Er is alleen aan de buikzijde en zijkanten gekapt, zodat de rug bestaat uit een ongeschonden, bolle groeilaag.
In deze fase heb ik de ruwe boog niet laten buigen. Vers nat hout vervormt snel, wat blijvend kan zijn. Dus door middel van floortiller alleen voelen of er al beweging in komt en voldoende weerstand is. Buigen komt straks. Natuurlijk wel zo dun mogelijk maken om het drogen te versnellen. Des te dunner het hout, des te sneller het droogt. Om een boog optimale veerkracht en vormbehoud te geven moet het hout goed gedroogd zijn VOOR je er een boog van maakt. Een vochtpercentage tussen de 10 en 12 % is mooi. Dus drogen maar………………..
Maandag, na het zwemmen, ontbijten en koffiedrinken……….: vuurtje stoken (wat een leven!). Hout van deze dikte droogt in optimale natuurlijke omstandigheden in een paar weken. Op een radiator of in de droogkamer binnen twee weken. Op een laag vuurtje in een of twee dagen. Volgens Diederik zelfs in 6 uur! Ideaal is een langgerekt vuur met veel kolen, zodat de hele boog gedroogd kan worden. Op vakantie is het roeien met de riemen die je hebt, wat het juist ook weer leuk maakt. In een oude barbeque is een laag vuurtje gestookt van dennenappels en takken. Alleen de buik is verhit om geen risico’s te lopen met de rug. Mocht de rug aanbranden dan verhoogt dat de kans op breuk aanzienlijk. Daarnaast droogt hout het snelst dwars op de groeiringen en langs de doorgesneden vezels: in dit geval zijkant en buik. Het hout is dusdanig verhit tot het lichtbruin verkleurde en het met de hand net wel, net niet, aan te raken was. In totaal is het zo twee lange middagen behandeld, ongeveer 14 uur. Met een langer vuur, waar een hele werparm of de complete boog boven past, lijkt me de droogtijd gemakkelijk te halveren. Aan het begin van de tweede droogdag is de buik eerst met een rasp en krabber schoon- en dunner gemaakt.
‘s Avonds is het hout nog gedroogd boven de houtkachel. De schoorsteenmantel leek er wel voor gemaakt!!
Diederik gaf al aan dat het hout merkbaar krom trekt aan de kant waar je het droogt. Dit komt doordat hout krimpt door vochtverlies en dat was hier ook goed te merken. De boog leek naar de pees te gaan staan. Maar na een nacht afkoelen en bijkomen was de boog weer in zijn oorspronkelijke vorm terug gebogen. Het vocht heeft zich wellicht weer verdeeld. Dus als je wat meer tijd hebt lijkt het voldoende alleen de buikzijde te verhitten en af te wachten tot hij bijtrekt.
Op dinsdag, aan het eind van de middag, voelde de boog echt droog en licht aan dus……………….
Woensdag tillerdag. Na het gebruikelijke ochtendritueel een tillerplek gezocht. Thuis ben ik erg gewend aan een tillerbord met katrollen en dergelijke. Zeker met een kronkelige tak is dat erg gemakkelijk omdat je afstand kunt nemen en alle delen ten opzichte van elkaar ziet bewegen. Dus lekker aan het improviseren geslagen om iets dergelijks te maken, zonder katrollen. Op de foto’s zie je twee opstellingen, waarbij die met de hefboom prima werkt voor de eerste fase met weinig buiging. Het resultaat daarvan hieronder.
Het vertrekpunt. Links een lichte buiging naast het handvat en een beetje recurve verderop. Rechts een noest / knikje op een derde van de werparm.
Zodra de buiging op bespanningshoogte goed genoeg lijkt, kan de strakke pees erop. De oorspronkelijke vormen zijn nog herkenbaar. Correctie is nodig bij de rechter werparm, die is halverwege nog wat stijf. Direct aanpassen door te raspen en schrapen. Bij twijfel meteen afspannen.
En zo, al tillerend, verder tot treklengte. De rest van de familie moet tijdens de vakantie ook even aan het werk: foto’s maken van de stand van zaken, of de boog uittrekken als tillerhulp. Tilleren zonder de gewone hulpmiddelen viel nog niet mee. Daarnaast was ik natuurlijk erg benieuwd naar het resultaat, wat dat resultaat meestal niet ten goede komt. Maar het kan er mee door. De bovenste werparm is nog wat stijver dan de onderste. Maar eerst toch eens inschieten, desnoods onder en boven wisselen.
Op 28 inch trekt ze 42 pond en schiet een gemiddelde pijl ca. 130 meter ver. Niet extreem, maar een prima resultaat voor zo’n lang en breed model en zeker goed genoeg voor bijvoorbeeld een jachtboog. Na een middag tilleren en inschieten staat ze, direkt na afspannen, niet meer dan normaal naar de pees. Een goed teken.
Links het gebruikte gereedschap. Hiep, rasp, krabber, mes, touw en aansteker. Uiteindelijk zijn hiep en rasp het meest gebruikt en de krabber het minst. Schrapen met een mes lijkt rondom noesten beter te werken. En in jonge stammetjes zitten daarvan meestal wel een paar.
En dan nu de grote vraag natuurlijk: Is het hout ook echt droog? Het antwoord luidt JAWEL! Zaterdagavond bij thuiskomst gaf de vochtmeter 12% in de werparmen aan. Helemaal niet slecht! Overigens is dit niet extreem droog en toch komt de boog echt goed terug. Misschien dat de buik door het verhitten ook wat harder wordt en dus beter zijn vorm behoudt.
Al met al een verrassende en erg leuke manier om zo een boog te maken en dankzij Diederik zijn tip hoeft niemand zich op vakantie nog te vervelen! Diederik…..bedankt.
Een plaatje van mijn eerste sneldroogboog. Haastig kappen en tilleren leverde een veel te lichte boog op. Een bekend fenomeen, je kent het misschien wel. Maar zoals je ziet heeft een groter vuur naast het snelle drogen nog een voordeel: je kunt een lekker hapje maken tijdens het wachten.
Zoals hierboven vermeld: Diederik Pomstra is de inspirator van bovenstaand experiment. En hij kan het nog sneller: In 1 dag een goede gedroogde boog maken uit vers hout.
Hoe werkt ‘t?
- Kap je boom om, splijt ‘m zoals gewoonlijk en laat het hout vooral niet drogen.
- Maak hieruit een boog, net iets dikker dan het uiteindelijke product. Maak de vorm helemaal af. Dus snij het handvat uit etc. en floor-tiller ‘m (1). Ga niet verder dan Floor-tillering anders gaat je boog gegarandeerd flink naar de pees staan.
- Met behulp van een hittebron (ik gebruik de kolen van een gewoon houtvuur) droog je de boog. Zorg ervoor dat je de hele boog gelijkmatig verwarmt, zowel aan de rug- als aan de buikzijde (2). Als je een deel te warm/droog laat worden trekt de boog krom. Laat het hout in eerste instantie niet te heet worden, anders beschadigt het hout. Tim Baker dacht dat een temperatuur van 100C het hout in enkele uren met 25% zou verzwakken. Naar zijn idee zou 65C het beste zijn. Ik gebruik m’n handpalm als thermometer: waar het pas na 5 tellen pijn doet is de juiste hoogte boven het vuur. Als een deel van het vocht eruit is kun je de hitte opvoeren. Mijn bogen (iepenhout, flatbow en halverwege het blad 14 mm dik) zijn droog genoeg na zo’n 5 a 6 uur verwarmen.
- Tiller de boog en werk ‘m af.
Experimenten zonder vochtigheidsmeter
Als je geen vochtigheidsmeter hebt, kun je voor het eerste experiment de volgende truc van Tim Baker gebruiken: weeg het hout ieder uur terwijl het droogt. De weegschaal moet een maximum van 1 kg kunnen hebben omdat je op een grovere weegschaal de kleine gewichtsverschillen niet kunt zien. Noteer het moment waarop de boog geen gewicht meer verliest en ga dan nog 1/3e van de tijd dat je al bezig was door met drogen. Na die tijd bevat het hout vrijwel geen vocht meer. Deze tijd noteer je ook, want dat is de basis waar vanuit je verder kunt werken. Maak daarna nog een boog van dezelfde afmetingen van vers hout en droog die zoveel mogelijk op dezelfde temperatuur, maar nu minder lang, namelijk 20% korter dan je deed bij de eerste boog. Nu zou het hout zo’n 8-12% vocht moeten bevatten, ideaal voor bogen.
Diederik is te bereiken op: diederikpomstra@planet.nl en zijn website vind je hier: www.het-stenen-tijdperk.nl
Noten (1) en (2): Persoonlijk zou ik de verse ruwe boog niet floortilleren en alleen aan de buikzijde verwarmen, om set en schade te voorkomen. Jan vd Veen